Door: Bewonersplatform Windpark Midden-Betuwe, inbreng voor RTGc 11 maart 2025
Inleiding
Stichting Bewonersplatform Windpark Midden-Betuwe onderschrijft het belang van de
energietransitie zoals vastgelegd in de klimaatwet en het klimaatakkoord. De energietransitie
is noodzakelijk om klimaatverandering tegen te gaan en de uitstoot van broeikasgassen te
verminderen. Daarnaast moet de transitie zorgen voor een duurzamere en onafhankelijkere
energievoorziening. Echter, wij maken ons in toenemende mate zorgen over de plaatsing van
industriële windturbines in de directe nabijheid van woningen. Recente wetenschappelijke en
medische onderzoeken tonen aan dat de geluidshinder en slaapverstoring die de moderne
industriële windturbines veroorzaken aanzienlijke gezondheidsrisico’s met zich meebrengen.
Ondanks deze wetenschappelijke conclusies worden beleidskeuzes gemaakt die deze risico’s
negeren en de gezondheid van omwonenden in gevaar brengen. Wij roepen daarom op tot
verantwoord beleid, nationaal maar ook lokaal, dat gebaseerd is op de nieuwste
wetenschappelijke inzichten en zorg te dragen voor een veilige leefomgeving voor alle
inwoners.
Gezondheidsrisico’s van windturbines
Uit verschillende recente wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat windturbinegeluid leidt tot
ernstige hinder en slaapverstoring, wat gezondheidsproblemen kan veroorzaken zoals hoge
bloeddruk, hart- en vaatziekten, depressie, angststoornissen en concentratieproblemen. Bij
kinderen, waarbij de hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, kan dit gevolgen hebben op de
cognitieve ontwikkeling, daarnaast zien we vermoeidheid, stress, concentratieproblemen en
effecten op de mentale gezondheid. Een recente meta-analyse uit 2023 wees uit dat 79% van
de omwonenden binnen 500 meter van een windturbine last had van slaapstoornissen1. Dit
effect blijft tot op 2 km afstand significant. Opvallend genoeg is deze analyse niet
meegenomen door het RIVM bij het vaststellen van afstandsnormen. De
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat een geluidsniveau boven 35 dB(A) ernstige
hinder veroorzaakt en een verhoogde kans geeft op slaapverstoring en bijbehorende
gezondheidsklachten2,3. Desondanks hanteert Nederland een norm van 47 dB(A), waarbij 48%
van de omwonenden ernstige hinder ondervindt. Dit vinden wij onacceptabel en vraagt om
herziening.
Bovendien is vastgesteld dat laagfrequent geluid (LFG), dat door windturbines wordt
gegenereerd, binnenshuis bijzonder storend is. Dit type geluid draagt ver en kan door muren
en ramen heen doordringen. In Denemarken is daarom een maximale norm van 20 dB(A)
binnenshuis vastgesteld, terwijl Nederland nog geen specifieke LFG-normering heeft4,5.
Verouderde en onjuiste normeringen
De huidige Nederlandse norm voor windturbinegeluid is gebaseerd op verouderde en
ondeugdelijke studies:
- De dosis-effectrelatie uit 2008 (die tot op heden gebruikt wordt) houdt geen rekening
met de veel hogere moderne windturbines6.
- Het RIVM erkent dat de gehanteerde factsheet slechts een weergave is van het
Nederlands beleid en niet de meest recente wetenschappelijke inzichten bevat7,8.
- De WHO (2018) heeft vastgesteld dat de huidige norm van 47 dB(A) ongeschikt is en
dat hinder al significant optreedt bij 35 dB(A)2,3.
Overigens is een ander punt van zorg en aandacht dat de gebruikte rekenmethode geen
rekening houdt met nachtelijke extremen in geluidsniveaus, variaties in windsnelheden,
seizoenswisselingen en de amplitudemodulatie – wisselende geluidsterkte, vaak beschreven
als een ‘whoosh’-geluid9. De gebruikte rekenmethode is daarnaast slechts gevalideerd voor
veel kleinere windmolens (tot 30 meter), tot een afstand van maximaal 1000 meter en alleen
bij zwakke wind. Dit is inmiddels ver van de huidige praktijk waarbij de hoogtes van
windmolens alleen al vele malen hoger zijn. De nieuwe, moderne en hogere turbines,
produceren daarnaast aanzienlijk meer laagfrequent geluid dat binnenshuis tot op 2,4 km (!)
afstand ronduit als hinderlijk wordt ervaren.
Bij de huidige geluidsnorm mogen maximaal 10% van de nabij wonende ernstige geluidshinder
ondervinden. Een voor een leek onbegrijpelijk norm – laat dit eens tot u doordringen: één op
de tien mensen die in de nabijheid van windturbines woont mag wettelijk dagelijks ernstige
hinder ondervinden; hinder die zelfs kan leiden tot gezondheidsklachten. Niet voor niets
adviseert de WHO daarom om het geluidsniveau ’s nachts te beperken, zodat niet 10% maar
maximaal 3% van de omwonden ernstige slaapverstoring ondervindt10. Uit menselijk oogpunt
nog steeds 3 mensen teveel; deze drie mensen (op 100) ondervinden elke nacht ernstige
verstoring van hun slaap.
Het laatste advies van de minister van Klimaat en Groene Groei, Sophie Hermans, voor een
afstandsnorm van tweemaal de tiphoogte heeft tot gevolg dat binnen een straal van 500
meter vier van de vijf mensen ernstige slaapproblemen kan krijgen (80%). Tussen de 500 en
1000 meter 67% (twee van de drie) van de mensen, en tussen de 1.000 en 1.500 meter zullen
nog steeds 40% (twee van de vijf) van de omwonenden ernstige slaapverstoring ondervinden.
Deze percentages zijn afkomstig van een recente meta-analyse van al het onderzoek dat
gedaan is over slaapproblemen rondom windturbines1. Deze cijfers liggen vele male hoger dan
de wettelijke 10%, en het WHO advies van 3%10.
De Duitse overheid heeft in 2022 vastgesteld dat de hinder significant toeneemt bij
geluidsniveaus boven 35 dB(A)3. Dit betekent dat de Nederlandse norm van 47 dB(A) veel te
hoog ligt en dat de blootstelling aan windturbinegeluid ernstig wordt onderschat. Het
handhaven van deze verouderde norm is niet in lijn met het voorzorgsprincipe en vormt een
bedreiging voor de volksgezondheid.
De beantwoording van staatssecretaris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) in het document
in Bijlage 1 bevestigt dat de huidige normen voor windturbinegeluid niet in lijn zijn met
recente wetenschappelijke inzichten. Stichting Bewonersplatform Windpark Midden-Betuwe
is van mening dat deze feiten niet kunnen en mogen worden genegeerd.
Gevolgen van onvoldoende bescherming
Door de gebrekkige regelgeving en normering worden gemeenten en provincies misleidend
geïnformeerd door MER-rapportages die geen realistische geluidscontouren bieden.
Hierdoor:
- Worden vergunningen verleend op basis van achterhaalde en foutieve modellen;
- Krijgen omwonenden onvoldoende bescherming tegen geluidshinder;
- Worden gerechtelijke uitspraken beïnvloed door ondeugdelijke normen;
- Stijgt het aantal klachten en juridische procedures van burgers die zich niet gehoord
voelen.
Nederland hanteert als een van de weinige landen in Europa een veel te hoge drempelwaarde
voor hinder. De Commissie HUF (2009) en de WHO (2018) hebben vastgesteld dat de Ldenmethode
onvoldoende beschermend is11. De Lden is alleen geschikt voor stabiele
geluidsbronnen, zoals warmtepompen. Juist de sterke wisselingen in het geluidsniveaus, zoals
die voorkomen bij windturbines, zorgen voor geluidshinder. Deze wisselingen komen niet tot
uiting bij de Lden norm12. In 2009 adviseerde een commissie van het ministerie van VROM ook
om geen Lden te hanteren11. Desondanks wordt deze methode nog steeds gebruikt als basis
voor beleidsvorming, zonder dat er serieus gekeken wordt naar alternatieve en
betrouwbaardere methodes.
Oproep tot verantwoord beleid
Gezien de grote hoeveelheid nieuwe wetenschappelijke bewijzen die aantonen dat de
geluidsoverlast van moderne windturbines groter is dan tot nu toe werd gedacht en kan
leiden tot ernstige gezondheidseffecten, roepen wij de gemeenteraad en beleidsmakers op
om niet uit te gaan van het recente voorstel voor de afstandsnorm (2x tiphoogte), maar de
gezondheid van de inwoners voorop te zetten.
Het is onacceptabel dat de gezondheid van omwonenden wordt opgeofferd voor
klimaatdoelen, terwijl alternatieven zoals windenergie op zee en andere hernieuwbare
energiebronnen beschikbaar zijn. De focus moet liggen op een verantwoorde energietransitie
waarin de gezondheid en het welzijn van burgers centraal staan. Wij vragen de gemeenteraad
om te zorgen voor een veilige leefomgeving voor alle inwoners, inclusief onze kinderen.
Uiteraard geven wij graag nadere toelichting en gaan wij hierover graag in gesprek met de
raad.
Namens bestuur Stichting Bewonersplatform Windpark Midden-Betuwe
Jan Teisman
Voorzitter
Referenties
- Godono A., Ciocan C., Clari M., Mansour I., Curoso G, Franceschi A, Carena E, De Pasquale V,
Dimonte V, Pira E, Dallapiccola B, Normanno N, Boffetta P. Association between exposure to
wind turbines and sleep disorders: A systematic review and meta-analysis. International
Journal of Hygiene and Environmental Health 2023, Volume 254;
https://doi.org/10.1016/j.ijheh.2023.114273 - Guski, R., Schreckenberg, D. and Schuemer R. (2017). ‘WHO Environmental Noise Guidelines
for the European Region: A Systematic Review on Environmental Noise and Annoyance
(Supplementary Materials)’. Int. J. Environ. Res. Public Health 2017,
14(12), 1539;
https://www.mdpi.com/1660-4601/14/12/1539 - Schmitter S, Di Loro A.A, Hemmer D, Schreckenberg D, Großarth S, Pörschmann C, Kühner T.
Noise effects of the use of land-based wind energy Umweltbundesamt, German Environment
Agency
https://www.umweltbundesamt.de/sites/default/files/medien/479/publikationen/texte_
70-2022_noise_effects_of_the_use_of_land-based_wind_energy.pdf - Van Manen S, Wanneer Windturbines te dicht bij staan, WindWiki, 2025
https://www.windwiki.nl/wp-content/uploads/2025/02/Wanneer-windturbines-tedichtbijstaan.
pdf) - Baart de la Faille L, van Manen S, Analyse en advies Windturbinebeleid, WindWiki, 2025
https://www.windwiki.nl/wp-content/uploads/2025/02/Analyse-enadvieswindturbinebeleid.
pdf) - Janssen S.A., Vos H., en Eisses A.R., (2008). Hinder door geluid van windturbines. Dosiseffectrelaties
op basis van Nederlandse en Zweedse gegevens. 2008, TNO Bouw en
Ondergrond: Delft
https://repository.tno.nl/SingleDoc?find=UID%2025da94e9-0f0e-4f2d-982d-d1e9f5b549f1 - RIVM – Windturbines en Gezondheid (www.rivm.nl/documenten/windturbinesengezondheid)
- Verhoeven H, Rebuttal to: Sound Power of Onshore Wind Turbines and Its Spectral
Distribution. Preprints Sound and Vibrations, 2025
https://www.preprints.org/manuscript/202501.0898/v1 - Hansen, K. L., Nguyen, P., Zajamšek, B., Catcheside, P., Hansen, C. Prevalence of wind farm
amplitude modulation at longrange residential locations, Journal of Sound and Vibration
Volume 455, 1 September 2019, Pages 136-149
https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0022460X19302718 - World Health Organization, Environmental Noise Guidelines for the European Region,
- (https://www.who.int/europe/publications/i/item/WHO-EURO-2018-328743046-
60243) - Rapportage HUF-beoordeling “wijziging milieuregels windturbines”, 2009 op basis van WOOverzoek.
(www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/woobesluiten/2022/09/15/woobesluit-
over-huf-beoordeling-windturbines-
2009/Bijlage+bij+Woo-besluit+over+HUF-beoordeling+windturbines+2009.pdf) - L.M.B. Baart de la Faille. Audiologisch advies geluidsonderzoek en normering Windpark
IJsselwind. In het kader van de beroepsprocedure bij de Raad van State, 2024
https://www.researchgate.net/publication/382736579_Audiologisch_advies_geluidsond
erzoek_en_normering_Windpark_IJsselwind_In_het_kader_van_de_beroepsprocedure_b
ij_de_Raad_van_State
Bijlage 1 Beantwoording Kamervragen door Staatssecretaris Jansen
(Openbaar Vervoer en Milieu) en Reactie WindWiki
In deze bijlage geeft staatssecretaris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) antwoord op
Kamervragen over de norm voor windturbinegeluid en de aanbevelingen van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De vragen werden gesteld door Tweede Kamerlid Vermeer
(BBB).
De beantwoording wordt in deze bijlage voorzien van commentaar door artsencollectief WindWiki.
Deze opmerkingen, inclusief verwijzingen naar wetenschappelijke literatuur, zijn in het rood
gemarkeerd.
WindWiki is een groeiende groep bezorgde medici die zich verdiept in de veiligheid van windturbines
voor mens en milieu. Sommigen werden met het onderwerp geconfronteerd door de klachten van hun
patiënten, anderen vanuit hun eigen leefomgeving. WindWiki streeft ernaar onafhankelijke
wetenschappelijke informatie over de hinder van windturbines in relatie tot gezondheid en milieu
toegankelijk te maken. Veel onderzoek op dit gebied wordt uitgevoerd in opdracht van overheden met
een klimaatdoelstelling of gefinancierd door de windindustrie en daaraan verbonden bureaus, wat
kritisch lezen noodzakelijk maakt
AH 1219
2024Z20058
Antwoord van staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 4 februari
2025)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 817
- opmerkingen windwiki
Vraag 1
Deelt u de mening dat de norm voor windturbinegeluid gebaseerd moet worden op maximaal 10%
erns9g gehinderden, conform de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisa9e (WHO)?
Antwoord 1
Nee, de WHO doet geen aanbeveling voor het maximale percentage ernstige hinder, maar geeft
gezondheidskundige advieswaarden voor een geluidsniveau dat bij voorkeur niet overschreden wordt.
Op basis van de beschikbare informatie over de relatie met hinder geeft de WHO voor
windturbinegeluid een voorwaardelijke advieswaarde van 45 decibel (Lden). Voor het bepalen van een
wettelijke normstelling moet vervolgens een afweging worden gemaakt, waarbij naast het belang van
gezondheid ook het belang van het behalen van duurzame energiedoelstellingen een rol speelt.
- Allereerst acht de WHO acht de Lden een ongeschikte maat voor het meten van windturbinegeluid,
omdat dit geen constante geluidsbron is. (blz. 86 van de guidelines)
“Based on all these factors, it may be concluded that the acoustical description of wind turbine noise
by means of Lden or Lnight may be a poor characterization of wind turbine noise and may limit the
ability to observe associations between wind turbine noise and health outcomes.’
- In de “Environmental Noise Guidelines for the European Region” van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), gepubliceerd in 2018, wordt het advies gegeven om
geluidsniveaus te hanteren waarbij maximaal 10% van de omwonenden ernstige hinder ondervindt.
Dit advies is gebaseerd op de relatie tussen blootstelling aan omgevingsgeluid en het percentage
ernstig gehinderden. De specifieke pagina waarop dit percentage wordt genoemd, is pagina 105 van
het rapport. Hier wordt de blootstelling-responscurve voor hinder besproken, die aangeeft bij welke
geluidsniveaus een bepaald percentage van de bevolking ernstige hinder ervaart. Voor verschillende
geluidsbronnen, zoals wegverkeer, spoorwegen en luchtverkeer, zijn specifieke aanbevelingen gedaan
om de geluidsniveaus zodanig te beperken dat niet meer dan 10% van de bevolking ernstige hinder
ondervindt. - De informatie in de WHO Guidelines 2018 over de gezondheidsgevolgen van windturbines is naar
eigen zeggen gebaseerd op ‘kwalitatief onvoldoende goede onderzoeken’. Men stelt dat de data
niet goed te vergelijken zijn en dat er geen goede conclusies te trekken zijn, vanwege
verschillende onderzoeksmethodes en te lage aantallen mensen met > 40 dB(A) expositie. - In ’22 verscheen een groot, statistisch wel significant, onderzoek van de Duitse overheid waaruit al
bij 35 dB(A) een scherpe stijging blijkt. - In ’23 is een belangrijk overzicht van ál het onderzoek naar slaapverstoring rond WT’s verschenen:1
Uit deze meta-analyse blijkt dat slaapstoornissen optreden bij 79% van de omwonenden die op
minder dan 500 m van WT’s wonen. In de intervallen 500-1000 m respectievelijk 65%, 1000-1500 m
41%, 1500-2000 m 29%, 2000-3000 m 22% en > 3000 m 27%.
Conclusie: Op deze grote en betrouwbare onderzoeken zou de informatie van het RIVM, én het
Nederlands beleid gebaseerd moeten zijn. De klimaatdoelen zijn belangrijk, maar ook de
gezondheidsaspecten moeten reëel gewogen worden en niet worden verdoezeld.
Vraag 2
Bent u bekend met onjuiste gegevens in het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu-factsheet
(RIVM) over windturbinegeluid, waaronder de hindercurve bij 47 decibel (dB) Lden en de invloed van
turbinegrootte op laagfrequent geluid?
Antwoord 2
Nee, er is geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de gegevens in de factsheet van het RIVM.
Ten aanzien van de hindercurve wordt in de RIVM factsheet beschreven dat deze in 2008 door TNO
opgestelde blootstelling-responsrelatie (de relatie tussen windturbinegeluid en hinder) destijds als
uitgangspunt voor beleid is gekozen. Binnen het Expertisepunt Windenergie en Gezondheid houdt het
RIVM, in samenwerking met de GGD, de internationale stand van kennis over de gezondheidseffecten
van windturbines actueel. Wanneer dit tot andere of nieuwe relevante inzichten leidt, zal het RIVM
bepalen of dit aanleiding geeft tot aanpassing van de factsheet.
1 https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1438463923001645
De internationale artikelen worden wel in de literatuurlijst opgenomen, maar niet in de hindercurve.
(’22 onderzoek Duitse Umweltbundesamt)
Hier ontstaat de twijfel aan het RIVM, hoe kan nog steeds een curve uit 2008 worden gepresenteerd?
Welke direct door de WHO in twijfel werd getrokken vanwege de slechte onderbouwing? “..in view of
such problems, we resigned the analysis of four studies, and we did not expect reliable results from a
formal analysis of three studies either” (Guski et al. 2017, p. 59)
Ook eerder onderzoek van Pedersen in 2004 en Keith in 2016 had al tot een hinderpercentage van 30%
bij 47 Lden moeten leiden.
Het RIVM meldt momenteel op de website naar aanleiding van kritische vragen, dat de factsheet is
bedoeld om ‘het Nederlands beleid weer te geven’ en niet de wetenschappelijke stand van zaken. De
‘wetenschap’ is tot 2020 opgenomen.
De hindercurve is nog niet verwijderd of bijgesteld, ondanks dat wordt gesteld dat ‘de factsheet is
bedoeld om beleidsmakers te informeren.’
Uit de beantwoording blijkt dat het ministerie, lees RIVM, ernstig tekort schiet en niet over de juiste
expertise beschikt in dit dossier.
Vraag 3
Waarom heeft het RIVM tot op heden niet inhoudelijk gereageerd op kritiek op deze gegevens?
Antwoord 3
Het is onjuist dat het RIVM niet heeft gereageerd. Naar aanleiding van enkele mensen die vragen
hadden gesteld en/of kritiekpunten hadden op de factsheet, heeft het RIVM ter beantwoording Q&A’s
geplaatst op de website van het RIVM en zijn in de factsheet nog enkele tekstuele verduidelijkingen
aangebracht.
Het RIVM is nog steeds niet in gesprek geweest met de mensen die kritiek hadden op o.a. de
hindercurve en de stelling dat hoge turbines evenveel geluid produceren als lagere.
Volgens de eigen klachtenprocedure had een dergelijk gesprek moeten plaatsvinden. Hierop is een
klacht omtrent de wetenschappelijke integriteit ingediend bij het LOWI. Dit verzoek is gegrond
verklaard.
Vraag 4
Vindt u onafhankelijk gezondheidsonderzoek door Nederlandse universiteiten noodzakelijk?
Antwoord 4
Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar gezondheidseffecten is belangrijk, of dit nu door
universiteiten gebeurt of door andere wetenschappelijke instituten zoals het RIVM. In opdracht van de
ministeries van IenW en KGG voert het RIVM een uitgebreid veldonderzoek uit naar de relatie tussen
windturbinegeluid en hinder en slaapverstoring in de Nederlandse situatie. Voor dit onderzoek heeft
het RIVM een wetenschappelijke en maatschappelijke klankbordgroep ingesteld. Deze klankbordgroep
bestaat uit inhoudelijke specialisten, vertegenwoordigers van bewoners, brancheorganisaties,
overheden en Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD’en). Hiermee wordt brede betrokkenheid
gewaarborgd en wordt expertise vanuit verschillende perspectieven benut. De resultaten van dit
onderzoek worden eind 2026 verwacht.
Vraag 5
Bent u bereid de toepassing van Lden als normeringssysteem te herzien?
Antwoord 5
Nee, hiertoe is geen aanleiding. De geluidsnormen zijn, in lijn met de WHO-advieswaarden en met de
normen voor andere geluidbronnen, uitgedrukt in de jaargemiddelde geluidmaat Lden, omdat deze
aansluit bij de uit wetenschappelijk onderzoek beschikbare hinderrelaties. Het planmilieueffectrapport
(plan-MER) dat is opgesteld voor nieuwe windturbinebepalingen laat zien dat een jaargemiddelde
norm in de praktijk ook het maximaal optredende geluidsniveau van een windturbine begrenst en
bovendien ook de tijdsduur begrenst dat het geluid maximaal mag zijn.
Zie boven. De WHO vindt de Lden niet geschikt voor windturbinegeluid o.a. omdat het geen constante
geluidsbron is.
In 2009 adviseert een overheidscommissie van het ministerie van VROM om de Lden norm überhaupt
níet te gaan gebruiken. Conclusies commissie: de Lden is niet te controleren, fraudegevoelig en biedt
de burger te weinig bescherming.
Recente inzichten Lden tekortkomingen:
- Het akoestisch meet- en rekenmodel is achterhaald, niet genormeerd boven 30 meter. Maar wordt
door alle bureaus gebruikt. - Een zinvolle berekening van de jaargemiddelde geluidbelasting Lden is daardoor niet mogelijk.
- Lden houdt geen rekening met:
o (vooral nachtelijke) extremen t.g.v. variabelen in windsnelheden.
o aanzienlijke seizoenswisselingen.
o zeer hinderlijke amplitude modulaire (geluidwisselingen).
o laagfrequente overgevoeligheid van het gehoor. - Huidige bepaling geluidcontouren zijn grote onderschatÝnge van hinder.
- Voorgestelde afstandsnormen tussen 2 – 4 x 9phoogte resulteren in zeer ernstige hinder.
- Nieuwe windturbines zijn niet zachter maar leveren zeer ernstige hinder door hoogte-effecten.
Vraag 6
Waarom zijn er geen aparte normen voor amplitudemodulatie, tonaal geluid, laagfrequent geluid en
infrageluid?
Antwoord 6
Het plan-MER dat is opgesteld voor de nieuwe windturbinebepalingen geeft aan dat Lden een goede
maat is om de hinderlijkheid van windturbinegeluid te beoordelen. De relatie tussen Lden en de hinder
wordt al mede bepaald door de specifieke kenmerken van windturbinegeluid, zoals
amplitudemodulatie en laagfrequent geluid. Het RIVM geeft aan dat er geen aanwijzingen zijn dat
laagfrequent geluid en infrageluid andere effecten hebben op omwonenden dan ‘normaal’ geluid. Wel
volgt uit het plan-MER dat incidenteel voorkomende bromtonen (tonaal geluid) extra hinderlijk kunnen
zijn. Daarom wordt bij het opstellen van nieuwe milieunormen voor windturbines apart aandacht
besteed aan de bescherming hiertegen.
Vraag 7
Overweegt u een moratorium op nieuwe windturbines en vervanging van bestaande turbines?
Antwoord 7
Nee, windenergie op land draagt bij aan de energieonafhankelijkheid van Nederland. Daarnaast is
windenergie op land onmisbaar voor de energietransitie en het behalen van onze nationale
klimaatdoelen, vastgelegd in de Klimaatwet, en Europese klimaat- en energiedoelen in 2030. Het
kabinet zet zoveel mogelijk in op wind op zee, maar de ruimte daar is beperkt en windenergie op zee
vraagt veel transportcapaciteit over land. Het is wel belangrijk dat de plaatsing van windturbines op
land op een zorgvuldige manier gebeurt, met adequate bescherming van milieu en gezondheid als
randvoorwaarde. Het ministerie van IenW gaat niet over plaatsing of vervanging van windturbines,
maar is verantwoordelijk voor de milieunormering. Het is aan het bevoegd gezag om bij plaatsing van
nieuwe windturbines of vervanging van bestaande windturbines te controleren of de geluidsniveaus
en andere milieuaspecten binnen de geldende milieunormering vallen.
Mogelijk is de reactie van de staatssecretaris in strijd met het regeerprogramma, immers: Het huidige
regeerprogramma, zie
https://open.overheid.nl/documenten/ronlf525d4046079b0beabc6f897f79045ccf2246e08/pdf,
maakt op blz. 62 melding van het volgende: “Windturbines komen zoveel mogelijk op zee, in plaats
van op land”, en op blz. 35 staat: “In nieuw te bestemmen gebieden gaat woningbouw – als er sprake
is van concurrentie om grond – vóór zonnevelden en windmolens”.
Vraag 8
Bent u bereid windturbines binnen 2 kilometer van woningen tussen 20.00 en 07.00 uur stil te zetten?
Vraag 9
Bent u bereid vergunningen in te trekken van windparken waar meer dan 10% van de omwonenden
ernstige hinder ervaart?
Antwoord 8 en 9
Nee, het verlenen of (deels) intrekken van vergunningen voor windparken is aan het bevoegd gezag,
vaak gemeente of provincie. Het bevoegd gezag zal voorafgaand aan plaatsing of bij tussentijdse
handhaving toetsen of aan de geluidsnormen wordt voldaan. Ter bescherming tegen slaapverstoring is
naast de Lden een aparte norm voor nachtelijk geluid (Lnight) opgenomen. Met deze normen wordt de
kans op ernstige hinder bij de hoogst belaste omwonenden beperkt. Bij omwonenden op grotere
afstand van het windpark zullen de geluidsniveaus, en daarmee de kans op hinder, in de regel lager
zijn. Het gaat bij het toetsen aan de normen dus om het beperken van de maximale kans op ernstige
hinder, niet om het percentage van alle omwonenden van een windpark dat naar verwachting ernstige
hinder ervaart.
Zie boven en uit mail van indertijd (2010) betrokken ambtenaar:
. “Verder rekende men er ook naar toe dat het door de overheid geëiste Lnight-waarde (om de
nachtrust van burgers te beschermen) van 41 dB(A) ook nagenoeg op de Lden (47) grens kwam te
liggen. Ik heb dit ook bij mijn presentaties uitgelegd. Daar heb ik ook laten zien dat 120 nachten 45
dB(A) nog steeds een keurige theoretische Lnight waarde van 41 dB(A) oplevert “
Vraag 10
Wat is uw standpunt over de gezondheidsrisico’s van slaapverstoring door windturbinegeluid?
Antwoord 10
Uit literatuuroverzichten van internationale onderzoeken blijkt dat er geen eenduidige conclusies
kunnen worden getrokken over de samenhang tussen geluid van windturbines en slaapverstoring.
Voor andere gezondheidseffecten is onvoldoende bewijs gevonden voor een direct effect van het
wonen in de nabijheid van een windturbine of het geluid ervan. Wel is er een verband aangetoond
tussen enerzijds ervaren hinder door windturbinegeluid, en anderzijds zelf gerapporteerde
slaapverstoring en verschillende gezondheidsklachten, zoals hoofdpijn, tinnitus, duizeligheid en
misselijkheid. Door via de geluidnormen de kans op hinder te beperken, wordt naar verwachting dus
ook de kans beperkt op slaapverstoring en eventuele andere gezondheidsklachten.
Dit is onjuiste informatie:
In ’23 is een belangrijk overzicht van ál het onderzoek naar slaapverstoring rond WT’s verschenen:2
Uit deze meta-analyse blijkt dat slaapstoornissen optreden bij 79% van de omwonenden die op minder
dan 500 m van WT’s wonen. In de intervallen 500-1000 m respectievelijk 65%, 1000-1500 m 41%, 1500-
2000 m 29%, 2000-3000 m 22% en > 3000 m 27%.
Vraag 11
Bent u bereid medici te betrekken bij het opstellen van normen voor windturbinegeluid?
Antwoord 11
Bij het opstellen van normen voor windturbinegeluid wordt het plan-MER als uitgangspunt genomen.
Het plan-MER is gebaseerd op de actuele internationale stand van de kennis op het gebied van
gezondheidseffecten van windturbines en geeft eventuele hiaten hierin aan, maar richt zich niet op het
uitvoeren van nieuw onderzoek. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft in haar advies
over het opgestelde plan-MER voor de windturbinebepalingen geconcludeerd dat het
milieueffectrapport de milieugevolgen van verschillende milieunormen, waaronder die voor geluid,
over het algemeen nauwkeurig in beeld brengt. Dat neemt niet weg dat het belangrijk is om de
bestaande kennis continu te actualiseren en waar nodig uit te breiden. In opdracht van het ministerie
van VWS heeft Nivel (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg) onlangs een
verkenning uitgevoerd op basis van gezondheidsregistraties van omwonenden van windturbines over
een periode van tien jaar (2012-2021)3. Deze analyse liet geen significant verband zien tussen het
wonen nabij windturbines of de geluidsniveaus en gezondheidsklachten die bij de huisarts zijn gemeld.
Het is belangrijk voor de duiding van de gezondheidsgevolgen van geluidsonderzoek, dat medici hun
oordeel geven. Dit belangrijke onderwerp mag niet aan ingenieurs en psychologen worden
overgelaten. De Nederlandse gezondheidszorg stevent af op een zorginfarct, mede door het niet
overzien van en controleren op de gevolgen voor de volksgezondheid van economische activiteiten.
De opzet van het Nivel onderzoek was niet geschikt voor de vraag die gesteld werd, en de auteurs
geven deze beperkingen daarom zelf ook aan in de rapportage.
Huisartsen kúnnen geen registratie doen van hinder van geluid, of van de oorzaak van een
slaapstoornis, zoals het Nivel terecht nuanceert. Verder werden alleen de cijfers van de postcodes
gebruikt, welke soms een gebied van kilometers groot bestrijken, waardoor geen relaties met
afstanden tot turbines te geven waren en eventuele samenhang niet gezien wordt.
2 https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1438463923001645
3 Kamerstukken II 2023/24, 33612, nr. 84, 21-12-2023
De studie liet geen significant verband zien, maar vanwege de opzet van de studie kan hieruit niet
geconcludeerd worden dat er geen verband zou zijn. Het past de staatsecretaris om hier zorgvuldig
mee om te gaan.
Vraag 12
Laat u onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de bijdrage van windturbinewieken aan verhoogde
Bisfenol A (BPA) concentra9es in oppervlaktewater?
Antwoord 12
De kwaliteit van het oppervlakte-, grond- en drinkwater wordt in Nederland uitgebreid gecontroleerd
op chemische verontreinigingen. Er zijn geen aanwijzingen dat de stof Bisfenol A (BPA) een bedreiging
vormt voor de kwaliteit hiervan. Er wordt geen onderzoek gedaan naar de specifieke bijdrage van
windturbinebladen aan de concentratie BPA in oppervlaktewater. BPA is een component die wordt
gebruikt bij de productie van de bladen van windturbines. BPA wordt echter vrijwel volledig omgezet
tijdens het chemische proces dat plaatsvindt. In het eindproduct kan een kleine hoeveelheid niet
omgezette BPA aanwezig blijven. Deze overgebleven hoeveelheid BPA verschilt per product, maar ligt
in de ordegrootte van 0,001 tot 0,01%.
BPA wordt niet volledig omgezet tijdens de vorming van epoxyharsen. Naar schatÝng vanuit de
epoxyindustrie blijft er per kg uitgehard materiaal 10 à 60 mg niet gereageerd, dus vrij BPA over.
Onderzoek aan de TU Delft leverde de data op waarmee een berekening/schatÝng gemaakt kon
worden aan de hand van de resultaten van de Universiteit van Strathclyde. Deze schatÝngen leiden tot
een massaverlies van ongeveer 146 kg polymeer per windturbine per jaar in de vorm van microplastic.
zie
BPA is al bij zeer lage concentraties schadelijk voor het aqua9sch milieu en kan vanuit de deposities op
de grond in de voedselketen terechtkomen.
Hier zou onafhankelijk onderzoek gedaan moeten worden door een Universiteit.
Andere artikelen
Flyer van Vereniging Malle Molens
OPROEP: Kom 11 maart naar Gemeentehuis Overbetuwe | Bewonersplatform Windpark Midden- Betuwe
Windmolens in de bebouwde kom?