Windturbines: risico’s voor vogels, vleermuizen en insectenpopulaties, en chemische vervuiling van grond en grondwater.

In het rapport “Het Windmolendrama” (2024), opgesteld door onderzoeksjournalist Elze van Hamelen in opdracht van de Stichting Climate Intelligence (Clintel), worden kritische kanttekeningen geplaatst bij de grootschalige uitrol van windturbines op land. Het rapport benadrukt met name de potentiële risico’s voor vogels, vleermuizen en insectenpopulaties, evenals het gebrek aan kennis over de mogelijke chemische vervuiling van bodem en grondwater.​

Impact op fauna

Onderzoek van Wageningen Universiteit suggereert dat windturbines een grotere impact op vogelpopulaties kunnen hebben dan eerder werd aangenomen. Daarnaast wijzen Duitse studies erop dat windturbines mogelijk nadelige effecten hebben op insectenpopulaties, wat gevolgen kan hebben voor de voedselvoorziening. ​

Chemische vervuiling

De bladen van windturbines bevatten toxische materialen, zoals bisfenol A en plastics. Er is onvoldoende kennis over hoe deze stoffen de bodem en het grondwater kunnen vervuilen. ​

Gebrek aan wetenschappelijke kennis

Het rapport benadrukt dat er aanzienlijke lacunes zijn in de wetenschappelijke kennis over de ecologische en chemische gevolgen van windturbines. Deze kennisleemtes moeten worden aangepakt voordat er verdere grootschalige uitrol van windturbines op land plaatsvindt. ​

Oproep tot moratorium

Gezien de genoemde zorgen pleit Clintel voor een moratorium op de verdere uitrol van windturbines op land. Zij roepen op tot nader onderzoek en een breed publiek debat over de kosten, baten en gevolgen van de energietransitie op lange termijn. ​

Het rapport “Het Windmolendrama” draagt bij aan de discussie over de plaatsing van windturbines en benadrukt het belang van zorgvuldig onderzoek en beleidsvorming om negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid te voorkomen.

Bewonersplatform

Het Bewonersplatform is een voorstander van meer onderzoek naar bovenstaande gevolgen en verzoekt de gemeente Overbetuwe en Neder-Betuwe zich ook hierin te verdiepen.